Mediawijsheid en Onlinegeletterdheid meer vriendjes
Leerlingen hebben vaak moeite met onlinegeletterdheid: vaardigheden die te maken hebben met de complexe taaltaak van vooral lezen en schrijven online. Ik vind dat het onderwijs hier veel meer aan moet doen en daarom ben ik ook bezig met onderzoek op dit gebied. Maar een aantal jaren geleden was het moeizaam om het onderwijs hiervoor warm te krijgen.
Een van de redenen was de Babylonische spraakverwarring met de, niet altijd even duidelijke, nieuwe terminologie: 21e eeuwse vaardigheden, digitale geletterdheid, mediawijsheid, informatievaardigheden, ICT-vaardigheden etc. Ik zag dat veel leraren (in elk geval die in het VO) de relatie met hun eigen vak niet zien, denken dat het weer een hobby van onderzoekers is en overgaan tot de orde van de dag. Om het belang van aandacht voor nieuwe taalvaardigheden online te laten aanslaan bij leraren, te beginnen bij leraren Nederlands, introduceerde ik de term onlinegeletterdheid. Een, gezien het voorafgaande, misschien een wat paradoxale stap. Een belangrijke reden om dat te doen was dat het rapport Digitale Geletterdheid van de KNAW uitkwam. De titel van dit rapport heeft niets te maken met geletterdheid in de definitie van vaardigheid in lezen en schrijven, die mijn doelgroep daaraan geeft. Om hen ervan te overtuigen dat zij aandacht moeten besteden aan geletterdheid online en het een uitbreiding van hun vak is heb ik toen de nieuwe term onlinegeletterdheid geïntroduceerd, waarin ik geletterdheid koppel aan vaardigheid om online (op internet) goed te kunnen omgaan met nieuwe tekstsoorten, een vaardigheid die veel leerlingen niet hebben. Ik heb daarover toen ook gesproken met Kennisnet. De Podcast is hier te beluisteren.
Langzamerhand ben ik er meer van overtuigd dat ik meer moet aansluiten waar dat kan en minder verketteren. Waarom deze overgang? Patrick Koning en ik hebben verschillende keren gesproken over waar hij (Mediawijsheid) en ik (onlinegeletterdheid) mee bezig waren. Zijn boek Mediawijsheid laat veel leraren, met name op het MBO, meer nadenken over vaardigheden die nodig zijn om competent te zijn online. Het werd ons duidelijk dat leraren Nederlands op het MBO, die vaak wel het boek lazen, voor hun vak niet goed handen en voeten kunnen geven aan eerste aanzetten die in zijn boek staan, i.c. onlinegeletterdheid. Om te onderzoeken of het koppelen van mijn perspectief van onlinegeletterdheid en zijn veel ruimere perspectief van Mediawijsheid de leraren zou helpen, hebben wij vorige week een gezamenlijke workshop gegeven. De groep aanwezigen bestond uit leraren Nederlands en taalcoaches op het Willem I College. Die ingang was een groot succes. Zie Patricks blog hierover. We willen deze samenwerking meer uitbouwen.
Ik denk nog steeds dat voor leraren al die verschillende termen nog steeds verwarrend zijn, maar ik ben er nou meer van overtuigd dat ik veel meer moet verbinden en minder verketteren. Voortschrijdend inzicht op latere leeftijd zullen we meer zeggen. Gelukkig is de aandacht voor onlinegeletterdheid in het algemeen tegenwoordig groot. Het besef dat we aan het werk moeten is groot en daar ben ik blij mee.
2 thoughts on “Mediawijsheid en Onlinegeletterdheid meer vriendjes”