Onlinegeletterdheid in het curriculum: positieve ontwikkelingen
Als je vind dat onlinegeletterdheid veel meer aandacht zou moeten krijgen in het onderwijs, is er een aantal politieke ontwikkelingen die positief te duiden zijn.
1. Politieke ontwikkelingen: hoogste niveau, OCW
Ten eerste is het eindadvies onderwijs2032 gepubliceerd. Dat gaat over het hele onderwijs en daar zijn veel verschillende meningen over. OC&W ziet vooral de positieve reacties, maar in de media zien we ook veel kritische reacties, bijvoorbeeld ‘Jan Kuitenbrouwer in de NRC Verbijsterend, hoe die Schnabel met clichés strooit.
Maar we zien wel dat onlinegeletterdheid nu wel in beeld komt als een belangrijk onderdeel van het onderwijs. In het eindraport staat bijvoorbeeld in hoofdstuk 2 over de visie op toekomstbestendig (sic) onderwijs: “de leerling leert de kansen van de digitale wereld te benutten” en hij leert “hoe je digitale informatie kunt duiden en verwerken en hoe je omgaat met (digitale) media en beelden”. Dit valt samen met wat wij definiëren als onlinegeletterdheid. Dat onlinegeletterdheid expliciet wordt onderkend als belangrijk leerdoel helpt.
2. Politieke ontwikkelingen: tweede niveau: SLO. Het nieuwe curriculum
Een tweede positieve intwikkeling is dat de SLO in opdracht van het Ministerie van OCW en in het kader van Onderwijs 2032 in 2015 een vooronderzoek heeft uitgevoerd ten behoeve van een herijking en mogelijke aanpassing van het beoogde curriculum Nederlands. Er is een literatuuronderzoek uitgevoerd, er is een discussiebijeekomst geweest en een aantal experts zijn geraadpleegd, waar ik er een van ben. Download hier de publicatie Herziening Leerplankader Nederlands VO van SLO. Er worden veel manco’s geconstateerd, en een van de aanbevelingen is om meer onderzoek te doen naar nieuwe ontwikkelingen, “zoals online geletterdheid, aandacht voor gamen, hyperteksten, mixed media, maar geen nieuwe domeinen ontwikkelen zoals digitale vaardigheden bijvoorbeeld”. Dit sluit aan bij onze visie op het implementeren van onlinegeletterdheid, namelijk een noodzakelijke uitbreiding van geletterdheid, maar geïntegreerd en niet apart. Als onlinegeletterdheid expliciet onderdeel gaat uitmaken van de eindtermen, zorgt dit ervoor dat het ook in leermateriaal en het curriculum terecht komt.
Bottum-up: zelf aan de slag
Beide politieke ontwikkelingen zijn toe te juichen, maar geven nog geen oplossing op korte termijn. Daarvoor moeten de scholen, de leraren en de lerarenopleidingen aan de slag. Nadenken en zelf ontwikkelen. Daar zijn wij samen mee bezig: wat willen we met onlinegeletterdheid, wat doen we al, wat willen we ontwikkelen, met wie en wat hebben we daarvoor nodig? Kom ook naar de HSN conferentie en praat mee.
De toekomst: Curriculumontwikkelingen: zo kan het.
In de afgelopen 5 jaar zijn sommige landen serieus gaan nadenken over onlineletterdheid in het curriculum ). Vrij ver uitgewekt is de Common Core State Standards (CCSS) Initiative in Amerika. Dit zijn veplichte eindtermen voor alle vakken. In de CCSS worden nieuwe eindtermen vastgesteld waarbij onlinegeletterdheid (door Leu online research and comprehension genoemd) expliciet aandacht krijgt. Twee zaken zijn van belang “
1. An emphasis on higher level thinking during reading and writing instruction;
2. A focus on acquiring skills in the new, digital literacies of online research and comprehension”. Voorbeelden van deze eindtermen zijn (R= Reading en W= Writing) : ”
AS-R 7. Integrate and evaluate content presented in diverse media and formats, including visually and quantitatively, as well as in words.
AS-W 8. Gather relevant information from multiple print and digital sources, assess the credibility and accuracy of each source, and integrate the information while avoiding plagiarism.” Leu, D. J., Zawilinski, L., Forzani, E., & Timbrell, N. (2011). Best Practices in Teaching the New Literacies of Online Research and Comprehension. In L. M. Morrow & L. B. Gambrell (Eds.), Best Practices in Literacy Instruction (4 ed.). New York: Guilford Press.
Vergelijkbare eindtermen worden bij alle vakken toegevoegd. Er is dus veel aandacht aan onlinegeletterdheid, maar het wordt ook geintegreerd aangepakt. Er is al een soort gedwongen taalbeleid op dit gebied. Dit is een mooie inspiratie voor Nederland.
Als je dit uitgebreide artikel/ hoofdstuk van Leu e.a. zou willen lezen, neem contact op, dan stuur ik het.
Beide politieke ontwikkelingen zijn toe te juichen, maar geven nog geen oplossing op korte termijn. Daarvoor moeten de scholen, de leraren en de lerarenopleidinmgne aan de slag, goed nadenken over de vragen wat willen we met onlinegeletterdheid, wat doen we al, wat willen we ontwikkleen, en wat hebben we daarvoor nodig en aan de slag. . Daar zijn wij samen mee bezig en er komt steeds meer belangstelling voor.
One thought on “Onlinegeletterdheid in het curriculum: positieve ontwikkelingen”